Nieuws
6 min read

Wet Opheffing Verpandingsverboden: Wat u moet weten en hoe u zich kunt voorbereiden

15 May 2025

Key takeaways

  • Na inwerkingtreding van de Wet zijn overdracht- en verpandingsverboden voor zakelijke geldvorderingen in contracten of algemene voorwaarden niet meer mogelijk.
  • Ook bedingen die de overdracht van zakelijke geldvorderingen tegengaan, zoals het opnemen van een toestemmingsvereiste of een boetebeding zijn nietig.
  • Deze nietigheid geldt voor nieuwe bedingen al vanaf 1 juli 2025.
  • Voor bestaande bedingen geldt deze nietigheid vanaf 1 oktober 2025.
  • Voor andere vorderingen dan zakelijke geldvorderingen blijven overdracht- en/of verpandingsverboden dus wel mogelijk.
  • Onzeker wat het gevolg is als een nu bestaande contractsbepaling of beding in algemene voorwaarden veel te ruim geformuleerd is: integraal getroffen door nietigheid of vindt toch conversie plaats? Risico dat als gevolg van nietigheid ook andere rechten dan zakelijke geldvorderingen ineens overdraagbaar zijn.

 

Invoering van de Wet opheffing verpandingsverboden: Wat verandert er?

Zakelijke geldvorderingen zijn voortaan altijd overdraagbaar en verpandbaar. Andersluidende bedingen zijn nietig. Voor bedingen in bestaande contracten en algemene voorwaarden is dit vanaf 1 oktober 2025 ook het geval. Noodzaak daarom om op korte termijn actie te nemen.

Wat houdt de nieuwe Wet precies in?

Op 4 maart 2025 heeft de Eerste Kamer de Wet opheffing verpandingsverboden aangenomen (hierna: de “Wet”). De Wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2025 en heeft belangrijke gevolgen voor commerciële partijen met het oog op gesloten en te sluiten overeenkomsten en gehanteerde algemene voorwaarden.

Waarom is de Wet opheffing verpandingsverboden ingevoerd?

Het doel van de Wet is bedingen te verbieden die de overdracht of verpanding van geldvorderingen voortkomend uit de uitoefening van een beroep of bedrijf (hierna: “zakelijke geldvorderingen”) uitsluiten of beperken. Onder het huidige wettelijk systeem is het mogelijk de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van vorderingen uit te sluiten door hiervoor een specifiek beding op te nemen.

Hoe beïnvloedt de Wet bestaande contracten en algemene voorwaarden?

In de praktijk worden deze verbodsmogelijkheden vaak toegepast. Zo staat een dergelijk beding dikwijls standaard in algemene voorwaarden en komt het ook vaak voor in verschillende contracten (zoals in leveringscontracten (supply agreements), distributiecontracten, maar ook in overnamecontracten (SPAs). De aanleiding voor het opnemen van een dergelijke bepaling is dat de onderneming belang heeft bij een eenduidig betaaladres en met een dergelijk beding wordt voorkomen dat de onderneming ongewenst met een andere partij dan zijn oorspronkelijke contractspartij (zijn zaken-/handelspartner) wordt geconfronteerd.

Welke gevolgen heeft de Wet voor ondernemers?

Als gevolg van de Wet zullen contractuele bedingen die de overdracht of verpanding van zakelijke geldvorderingen uitsluiten of tegengaan (denk voor wat betreft het laatste aan een toestemmingsvereiste of een boetebeding) nietig zijn. Belangrijk is dat deze nietigheid vanaf 1 oktober 2025 ook geldt voor bestaande contractsbepalingen en bepalingen in bestaande algemene voorwaarden. De intentie van de Wet is ervoor zorgen dat zakelijke geldvorderingen in grotere mate beschikbaar komen als onderpand voor financieringen. Dit moet dan voor een verruiming van de kredietruimte voor het MKB zorgen. Een nadeel van de Wet is echter dat het voor ondernemingen lastiger wordt om zich te beschermen tegen de gevolgen van de overdracht of bezwaring van een geldvordering door hun schuldeiser.

Wat zijn de implicaties van de Wet op uw zakelijke geldvorderingen?

  • De mogelijkheid om overdacht- of verpandingsverboden op te nemen in contacten of algemene voorwaarden wordt ingeperkt.
  • Bestaande bedingen op grond waarvan uw wederpartij geldvorderingen op uw onderneming niet kan of mag overdragen (bijvoorbeeld aan een factormaatschappij) of verpanden (bijvoorbeeld aan een financier) zijn niet langer geldig.
  • Ook bedingen die vervreemding of verpanding van zakelijke geldvorderingen ‘tegengaan’ zijn nietig. Dit omvat bepalingen die overdracht of verpanding slechts onder voorwaarden mogelijk maakt, zoals een toestemmingsvereiste met boetebeding.
  • Vanaf 1 juli 2025 kunnen dergelijke bedingen niet meer geldig overeengekomen worden. Vanaf 1 oktober 2025 zijn bestaande bedingen ook nietig.

Waarom is actie ondernemen vóór 1 oktober 2025 essentieel?

  • De kans is levensgroot dat uw algemene voorwaarden en/of handelscontracten een dergelijk beding bevatten dat na de inwerkingtreding van de Wet (gedeeltelijk) zijn juridische werking verliest.
  • En de vraag is wat er gebeurt als het bestaande beding te ruim geformuleerd is (en dit zal gelden voor vrijwel alle contractsbepalingen en bedingen in algemene voorwaarden is onze inschatting): is dan van rechtswege het gehele beding nietig of vindt er op grond van artikel 3:42 BW conversie plaats, als gevolg waarvan alsnog een toelaatbaar en bindend beding resteert? Kijkend naar de tekst van de wet en de wetsgeschiedenis ligt conversie niet zonder meer voor de hand. De rechter zal het laatste woord gaan hebben. Om die reden adviseren wij om te anticiperen en dus bestaande contracten en algemene voorwaarden voor 1 oktober 2025 aangepast te hebben, zodat beoogde beperkingen in de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van rechten en plichten binnen een rechtsverhouding – voor zover wettelijk toegestaan gewoon in stand blijven en niet getroffen worden door nietigheid.

Hoe bereidt u uw bedrijf voor op de nieuwe regelgeving?

  • Bereid uw bedrijf en administratie voor op het ingaan van de Wet. Crediteuren moeten debiteuren schriftelijk op de hoogte stellen van overdracht of verpanding van vorderingen (zie de nieuwe artikelen 3:94 lid 5 BW en 3:239 lid 5 BW). Dat kan extra administratie opleveren.
  • Tot slot en niet minder belangrijk: u zult waarschijnlijk vaker (ongewenst) te maken krijgen met een andere partij dan uw handelspartner/wederpartij, omdat alle zakelijke geldvorderingen vrijelijk kunnen worden overgedragen en/of verpand. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor uw verrekeningspositie tegenover een vaste handelspartner/uw wederpartij, omdat u niet langer wederzijds schuldeiser en schuldenaar van elkaar bent (artikel 6:127 BW).

Wat kunnen wij voor uw onderneming betekenen?

  • Wij kunnen u helpen uw algemene voorwaarden en bestaande contracten tijdig aan te passen, te weten voor 1 oktober 2025. Daarnaast kunnen wij adviseren bij het formuleren van nieuwe standaardbepalingen voor toekomstige handelsrelaties.
  • Bovendien kunnen wij meedenken over manieren om de negatieve effecten van de Wet te mitigeren. Hierbij kunt u denken aan het beperken van de nadelige gevolgen van het feit dat u mogelijk te maken krijgt met een andere partij of pandhouder waarmee u geen handelsrelatie heeft, wat uw verrekeningspositie negatief beïnvloedt.

Vragen? Neem contact op

Heeft u vragen over hoe deze Wet specifiek voor uw bedrijf met het oog op contracten en algemene voorwaarden gaat uitpakken en wat u kunt doen om uw belangen toch te blijven beschermen (welke wijzigingen in algemene voorwaarden en contracten moeten sowieso worden gedaan en wat zijn verdere opties)? Wij praten graag met u over wat u te doen staat en welke afwegingen daarbij voor uw onderneming relevant (kunnen) zijn.

Terug
Wet Opheffing Verpandingsverboden: Wat u moet weten en hoe u zich kunt voorbereiden