1 min read
Voorlopige inhoud Belastingplan 2025: Staatssecretaris kondigt aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling aan
2 May 2024

Op 16 april 2024 heeft Staatssecretaris Van Rij de Tweede Kamer geïnformeerd over de 3e Fiscale Beleids- en Uitvoeringsagenda van het kabinet. Onderdeel van de aangekondigde maatregelen uit het Belastingplan 2025 is de aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Het doel van de aanpassing is om de belemmeringen die ontstaan als gevolg van de samenloop tussen de verliesverrekeningsmaatregel en de kwijtscheldingswinstvrijstelling weg te nemen.

De kwijtscheldingswinstvrijstelling

Kwijtschelding van schulden door een crediteur vindt doorgaans plaats in het kader van een herstructurering of in het geval van het sluiten van een (onderhands) akkoord. Voor zover een kwijtschelding zakelijk is, leidt dit bij de debiteur in beginsel tot een belastbare bate. De vennootschapsbelasting kent echter een regeling op grond waarvan de winst als gevolg van deze kwijtschelding onder voorwaarden wordt vrijgesteld van vennootschapsbelasting bij de debiteur. Dit betreft de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Van belang voor toepassing van de vrijstelling is dat de kwijtscheldingswinst enkel is vrijgesteld voor zover deze hoger is dan de aanwezige verrekenbare verliezen uit voorgaande jaren en het verlies in het jaar van de kwijtschelding.

Onwenselijke samenloop

Sinds 2022 geldt dat winsten boven de € 1 miljoen nog maar voor 50% kunnen worden verrekend met verliezen. Deze getemporiseerde verliesverrekening leidt in bepaalde gevallen tot belemmeringen bij de sanering van verlieslijdende lichamen, doordat deze lichamen – ondanks de kwijtscheldingswinstvrijstelling – worden geconfronteerd met vennootschapsbelasting over de kwijtscheldingswinst. We illustreren deze samenloop aan de hand van het volgende voorbeeld:

Kwijtscheldingswinst 10 mio
Verrekenbare verliezen -/- 6 mio
Kwijtscheldingswinstvrijstelling -/- 4 mio
Belastbare winst 6 mio
Verliesverrekening -/- 3,5 mio (1 mio + 50% van 6 mio – 1 mio)
Belastbaar bedrag 2,5 mio

 

Uit het bovenstaande voorbeeld volgt duidelijk dat kwijtschelding van schulden onder de verliesverrekeningsregels er toe kan leiden dat over een deel van de kwijtscheldingswinst vennootschapsbelasting verschuldigd wordt. Dit komt omdat de kwijtscheldingswinstvrijstelling niet geldt tot aan het bedrag van de aanwezige verrekenbare verliezen, terwijl de belastbare kwijtscheldingswinst vervolgens maar beperkt kan worden verrekend met deze verliezen. Deze uitkomst kan belemmerend werken bij het komen tot een akkoord. Immers vanwege het ontbreken van een samenloopregeling tussen de kwijtscheldingswinstvrijstelling en de verliesverrekeningsregels zullen crediteuren hun kwijtschelding moeten bruteren, aangezien er meer zal moeten worden kwijtgescholden doordat de debiteur vennootschapsbelasting verschuldigd is vanwege de kwijtschelding. Echter, het gedeelte ter grootte van de extra kwijtschelding is ook weer gedeeltelijk belast. Deze ongewenste samenloop kan in de praktijk obstakels opleveren bij het bewerkstelligen van een doorstart van de activiteiten van de onderneming.

Hoewel de exacte invulling van de aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling nog niet bekend is, lijkt het erop dat de geschetste ongewenste samenloop tussen de getemporiseerde verliesverrekening en de kwijtscheldingswinstvrijstelling wordt verholpen. Wij houden verdere ontwikkelingen in de gaten. Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Sjoerd Stokmans of Lex Bekkers.

Terug
Voorlopige inhoud Belastingplan 2025: Staatssecretaris kondigt aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling aan