1 min read
De nieuwe Wmcz: 6 soorten instellingen die een (extra) cliëntenraad moeten instellen
7 January 2020

De nieuwe Wet medezeggenschap cliëntenraden zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) wordt vanaf 1 juli 2020 van toepassing op alle rechtspersonen, natuurlijke personen en organisatorische verbanden van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg (doen) verlenen. Het toepassingsbereik van de Wmcz 2018 is niet – zoals die van de huidige Wmcz – gekoppeld aan de toelating op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) en daarmee beperkt tot collectief gefinancierde zorgaanbieders. Hierdoor krijgen meer soorten instellingen de verplichting een cliëntenraad in te stellen. Zo vallen naast privaat gefinancierde zorgaanbieders ook bijvoorbeeld (opvallend genoeg) Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s) onder het toepassingsbereik van de Wmcz 2018. Daarnaast geldt dat instellingen die al een of meerdere cliëntenraden hebben, als gevolg van de invoering van de Wmcz 2018 het aantal (of het niveau van de) cliëntenraden moeten wijzigen.

We bespreken kort 6 soorten instellingen waarvoor het gewijzigde toepassingsbereik als gevolg van de Wmcz 2018 relevant is.  Voor alle soorten instellingen geldt een ondergrens van 10 (of 25) natuurlijke personen die zorg verlenen. 

  1. MSB’s

    MSB’s zullen door de invoering van de Wmcz 2018 een cliëntenraad moeten instellen. Dit ondanks protest van de Federatie Medisch Specialisten: volgens de Minister zijn de gevolgen namelijk te overzien omdat het mogelijk is een personele unie te maken van de cliëntenraad van het ziekenhuis en de cliëntenraad van het MSB. Het betekent wel dat de adviesrechten van de cliëntenraad na die personele unie ook op besluitvorming van het MSB zien.

  2. Professionals in de vrijgevestigde praktijk
    Zorgverleners in de eerste lijn zoals huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten hebben vaak een directe behandelrelatie met de patiënt. Vraag is welke meerwaarde medezeggenschap dan heeft. Zij vallen echter wel onder de reikwijdte van de Wmcz 2018 als ze meer dan 25 zorgpersoneelsleden hebben. Dit is in afwijking van de algemene ondergrens van ‘in de regel meer dan 10 natuurlijke personen’ die zorg verlenen (ongeacht het soort arbeidsverhouding dat zij met de instelling hebben). Deze uitzondering geldt voor alle instellingen die zorg verlenen die bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen, waar cliënten niet gedurende een etmaal kunnen verblijven. Doorgaans gaat het dan om eerstelijns zorgaanbieders.  
  3. Onderaannemers
    Door de loskoppeling van de WTZi geldt de verplichting tot het instellen van een cliëntenraad ook voor instellingen die niet zelf contracteren met zorgverzekeraars of zorgkantoren. Instellingen die in onderaanneming voor een WTZi-toegelaten instelling werken, vallen ook onder de Wmcz 2018. 
  4. Alle concernonderdelen die zorg (doen) verlenen
    Ook alle afzonderlijke onderdelen van concerns die bedrijfsmatig zorg (doen) verlenen moeten op grond van de Wmcz 2018 een cliëntenraad instellen. Wanneer een moedermaatschappij dus via dochtermaatschappijen bedrijfsmatig zorg doet verlenen, moet zowel op het niveau van de moeder als op het niveau van de dochters die zorg verlenen een cliëntenraad worden ingesteld. Als daarentegen één rechtspersoon meerdere ziekenhuizen of verpleeghuizen in stand houdt die zelf geen rechtspersoonlijkheid hebben, is alleen die rechtspersoon verplicht een cliëntenraad in te stellen. 
  5. Thuiszorginstellingen en instellingen voor langdurige zorg
    De Wmcz 2018 heeft ook gevolgen voor instellingen waar cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven of die bij cliënten thuis zorg laten verlenen. Deze moeten op verzoek van een representatief te achten delegatie van cliënten of hun vertegenwoordigers extra cliëntenraden instellen als dit redelijkerwijs kan worden verlangd. Volgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van de Wmcz 2018 mag bijvoorbeeld van een instelling die op drie locaties in een regio een verpleeghuis exploiteert “worden verwacht dat zij (ten minste) een cliëntenraad per locatie inricht” en zo nodig ook afzonderlijke cliëntenraden voor de verschillende doelgroepen die (langdurig) op één locatie verblijven. Van een landelijke instelling die in verschillende gemeenten thuis zorg laat verlenen, mag worden verwacht dat zij “bijvoorbeeld één cliëntenraad per gemeente of regio” instelt, of zelfs per wijk. 
  6. Privaat gefinancierde instellingen
    De huidige Wmcz geldt voor zorgaanbieders die zorg verlenen die verzekerd is op grond van de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet, gesubsidieerde zorg en door de overheid gefinancierde verslavingszorg. De Wmcz 2018 kent deze beperking niet en geldt dus evenzeer voor privaat gefinancierde instellingen. 

De nieuwe Wmcz schept, kortom, bij een aantal instellingen een nieuwe verplichting tot het instellen van een (extra) cliëntenraad. Zaak dus om ook in 2020 de medezeggenschapsstructuur goed tegen het licht te houden.

Download e-boek Artikelsgewijze toelichting Wmcz 2018

Hoe zorgen ziekenhuis en MSB dat een gedeelde cliëntenraad goed functioneert? Moet een trombosedienst een cliëntenraad hebben? Wat betekent de “inspraak” uit artikel 2 Wmcz 2018 in de praktijk voor een zorgaanbieder? Modellen voor reglementen zijn via de brancheverenigingen inmiddels beschikbaar maar geven natuurlijk niet op alle vragen een antwoord.

Omdat het Team Zorg & Life Sciences van Van Doorne kennisdeling hoog in het vaandel hebben staan, hebben wij besloten voor de praktijk een document op te stellen met een artikelsgewijze toelichting op de Wmcz 2018 op basis van parlementaire stukken. Uitzoeken wat met een artikel precies is bedoeld – en wat niet – wordt zo een stuk eenvoudiger.

Lees meer »