WNT: Beleidsregels 2026 verduidelijken deeltijdfactor en verruimen mogelijkheid vakantieopname
Recent zijn de Beleidsregels WNT 2026 gepubliceerd. Deze bevatten een belangrijke verduidelijking over wanneer het bezoldigingsmaximum van topfunctionarissen moet worden aangepast aan de hand van de deeltijdfactor. Onderdeel daarvan is een aanzienlijke verruiming van het aantal (doorbetaalde) vakantiedagen dat een topfunctionaris kan opbouwen en opnemen. De nieuwe Beleidsregels treden in werking op 1 januari 2026.
Uitgangspunt: werkelijke arbeidsomvang leidend
Bij de berekening van het bezoldigingsmaximum mag in principe worden uitgegaan van de overeengekomen arbeidsomvang. Als een topfunctionaris in de praktijk echter minder werkt, dan wordt de deeltijdfactor – en daarmee de maximaal toegestane bezoldiging – verlaagd.
Aanzienlijke verruiming: maximaal 12 weken vakantie zonder deeltijdcorrectie
In de nieuwe Beleidsregels is een aantal situaties opgenomen, waarin de deeltijdfactor niet hoeft te worden verlaagd ondanks het feit dat in de praktijk minder wordt gewerkt dan overeengekomen. De belangrijkste uitzondering ziet op de opname van vakantiedagen.
Het was al mogelijk om vakantiedagen op te bouwen en op te nemen zonder aanpassing van de deeltijdfactor. Tot nu toe was dit echter beperkt tot het aantal vakantiedagen dat binnen de instelling gebruikelijk is (of geldt op basis van een collectieve regeling of de wet). Als er meer vakantiedagen werden afgesproken dan leidde de opname van die extra dagen tot verlaging van de deeltijdfactor en het toepasselijk bezoldigingsmaximum.
Daar brengen de Beleidsregels WNT 2026 nu een verandering in. De Beleidsregels WNT 2026 regelen namelijk hoeveel vakantiedagen een topfunctionaris mag opnemen zonder correctie van de deeltijdfactor. Het gaat om de volgende vakantiedagen (opgebouwd gedurende het dienstverband):
- wettelijke vakantiedagen (vier weken); en
- vakantiedagen die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een cao of een van toepassing zijnde collectieve regeling (voor deze categorie geldt dat de topfunctionaris dus onder het toepassingsbereik van de cao moet vallen); of
- overeengekomen bovenwettelijke vakantiedagen met een maximum van achtmaal de overeengekomen arbeidsduur per week.
De vakantiedagen onder (i) mogen dus worden opgeteld bij de vakantiedagen onder (ii) of (iii). Stapeling van de vakantiedagen onder (ii) en (iii) is niet toegestaan.
Dit is een aanzienlijke verruiming van de mogelijkheid vakantie op te bouwen en op te nemen. Als een topfunctionaris niet onder een cao valt, kan hij nu twaalf weken vakantie opbouwen en opnemen in plaats van het aantal weken dat binnen de instelling gebruikelijk is. In de praktijk zien we dat het gebruikelijk is om voor de bezoldiging aan te sluiten bij het maximum. De vraag is of twaalf weken vakantie nu ook de norm zal worden.
Andere uitzonderingssituaties
De andere genoemde uitzonderingen waarbij de deeltijdfactor niet hoeft te worden aangepast zijn:
- Gespaarde vakantiedagen uit spaarverlofregeling: Tot het maximum van de fiscale vrijstelling mag verlof worden opgenomen dat is gespaard via een cao-spaarverlofregeling of wettelijke regeling, mits de deelname daaraan rechtstreeks, dwingend en eenduidig daaruit voortvloeit.
- Verlof volgens Wet arbeid en zorg: Zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, kort verzuimverlof, geboorteverlof, kort- of langdurend zorgverlof en ouderschapsverlof leiden niet tot correctie.
- Sabbatical: Alleen wanneer dit rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een cao, collectieve regeling of wettelijk voorschrift.
- Schorsing als ordemaatregel: Waarbij het risico op niet verrichten van werkzaamheden bij de werkgever ligt en deze verplicht is het loon door te betalen.
- Ziekte en arbeidsongeschiktheid: Doorbetaling van bezoldiging wegens ziekte of langdurige arbeidsongeschiktheid, voor zover deze verplichting rechtstreeks, dwingend en eenduidig uit de wet voortvloeit. De ongeschiktheid moet officieel zijn vastgesteld door een bedrijfsarts of keuringsarts.
- Werkzaamheden binnen concern: Het verrichten van werkzaamheden voor een groepsvennootschap, voor zover dit formeel of materieel uit de dienstbetrekking of functie voortvloeit of daarin is inbegrepen.
Actualisatie Uitvoeringsregeling WNT
Naast de Beleidsregels is vorige week ook de nieuwe Uitvoeringsregeling WNT gepubliceerd die ook in werking zal treden op 1 januari 2026.
De nieuwe Uitvoeringsregeling WNT bevat drie inhoudelijke wijzigingen: vastlegging van een berekeningswijze voor pensioenpremies onder het nieuwe pensioenstelsel, invoering van de verplichting om ook online het gebruikmaken van de verantwoordingsvrijstelling openbaar te maken, en de invoering van een centrale online publicatieplicht voor WNT-verantwoordingen (die voor zorginstellingen al geregeld is via de website Jaarverantwoording Zorg).
Meer informatie
Wilt u meer weten over de WNT en de gevolgen voor uw organisatie? Neem contact op met Willemien Bischot, Steven Sterk of Lieke Bartelsman. Lees ook meer over de bezoldigingsmaxima voor 2026 op: Bezoldigingsmaxima WNT 2026 bekend – Van Doorne.