Sectorale WNT-regeling voor de zorgsector voor 2026 definitief vastgesteld met belangrijke wijziging en verduidelijking na internetconsultatie
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector) voor 2026 definitief vastgesteld. Eerder berichtten wij al over het voorstel voor de wijzigingen in de sectorale WNT-regeling met mogelijke impact op de klassenindeling en procedureregels voor uitzonderingsverzoeken.
In onze reactie op de internetconsultatie hebben wij erop gewezen dat de voorgestelde termijn van 16 weken voor individuele uitzonderingsverzoeken niet praktisch uitvoerbaar is en de reikwijdte van de procedureregels voor uitzonderingsverzoeken niet duidelijk werd toegelicht. Dat is nu verwerkt: de Minister heeft voor individuele uitzonderingsverzoeken de 16-wekentermijn aangepast en een verduidelijking in de toelichting aangebracht, waaruit blijkt dat de procedureregels alleen van toepassing zijn voor uitzonderingsverzoeken onder de klassenindeling (d.w.z. uitzonderingen onder het wettelijke bezoldigingsmaximum, dat ook van toepassing is voor instellingen in klasse V).
De aangekondigde aanpassing van de grenswaarden van het omzetcriterium is ongewijzigd vastgesteld. De regeling gaat in op 1 januari 2026.
Verkorting indieningstermijn uitzonderingsverzoeken van 16 naar 6 weken
De Minister heeft de termijn voor het indienen van een individueel uitzonderingsverzoek verkort van 16 naar 6 weken voorafgaand aan de beoogde ingangsdatum van de hogere bezoldiging. Daarmee komt de Minister tegemoet aan het door ons geuite bezwaar dat de 16-wekentermijn voor individuele verzoeken in de praktijk niet uitvoerbaar is. De noodzaak van een individueel uitzonderingsverzoek komt in de regel voort uit een moeizaam wervingsproces. Er is dan vaak juist een noodzaak om de topfunctionaris zo snel mogelijk na de werving te laten aantreden. De Minister geeft in de toelichting aan dat de kortere termijn van 6 weken ervoor zorgt dat instellingen het verzoek kunnen indienen op het moment dat daadwerkelijk zicht bestaat op het spoedig aantreden van een topfunctionaris.
Voor uitzonderingsverzoeken voor de gehele instelling om in een andere klasse te worden ingedeeld geldt wel nog de termijn van 16 weken.
Verduidelijking reikwijdte procedureregels voor uitzonderingsverzoeken
Daarnaast heeft de Minister in de toelichting verduidelijkt dat de nieuwe procedureregels alleen gelden voor uitzonderingsverzoeken tot aan het wettelijke bezoldigingsmaximum. De procedureregels gelden dus alleen voor zorginstellingen die vallen onder klasse I t/m IV en verzoeken om in een andere klasse te worden ingedeeld (als instelling) of een hogere bezoldiging te mogen overeenkomen dan op grond van de klassenindeling is toegestaan (voor een individuele topfunctionaris).
Zorginstellingen onder klasse V kunnen ook een uitzonderingsverzoek doen voor een bezoldiging boven het wettelijke bezoldigingsmaximum. Daarvoor geldt een andere grondslag (artikel 2.4 WNT). De procedureregels die in de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector zijn vastgelegd, zijn daar niet op van toepassing. Dit betekent concreet dat individuele uitzonderingsverzoeken van instellingen in klasse V niet gebonden zijn aan de termijn van 6 weken. Ook het uitgangspunt dat een uitzondering in beginsel alleen tijdelijk wordt verleend, geldt dus voor deze uitzonderingsverzoeken niet.
Definitieve vaststelling grenswaarden omzetcriterium en indexering bezoldigingsmaxima
De overige elementen van de wijzigingsregeling blijven ongewijzigd qua inhoud en toelichting.
Dat betekent dat de aangekondigde aanpassing van de grenswaarden van het omzetcriterium ingaan per 1 januari 2026. Het omzetcriterium is een van de criteria die worden gebruikt om te bepalen onder welke klasse (met bijbehorend bezoldigingsmaximum) een zorg- en jeugdhulpinstelling valt. De grenswaarden van het omzetcriterium worden aangepast vanwege geldontwaarding en zullen vanaf nu iedere drie jaar worden geïndexeerd.
Gelet op de ingangsdatum van deze wijziging doen zorg- en jeugdhulpinstellingen er goed aan de klassenindeling opnieuw te beoordelen en te bezien of dit tot aanpassing van de klassenindeling leidt. Als dat zo is, kan overgangsrecht van toepassing zijn.
Daarnaast liggen in de regeling de geïndexeerde bezoldigingsmaxima voor 2026 definitief vast:
- Klasse I: € 147.000
- Klasse II: € 178.000
- Klasse III: € 214.000
- Klasse IV: € 241.000
- Klasse V: € 262.000 (gelijk aan het wettelijk bezoldigingsmaximum)
Zie voor meer detail en inhoud over de wijzigingen ons eerdere nieuwsbericht: Minister stelt wijziging sectorale WNT-regeling zorgsector voor met mogelijke impact op klassenindeling – Van Doorne
De vastgestelde sectorale WNT-regeling voor de zorgsector met toelichting vindt u hier. Onze reactie op de internetconsultatie vindt u hier.
Heeft u vragen over de gevolgen van deze wijzigingen voor uw zorginstelling? Neem dan contact op met Willemien Bischot of Lieke Bartelsman.