Nieuws
5 min read

Minister stelt wijziging sectorale WNT-regeling zorgsector voor met mogelijke impact op klassenindeling

23 oktober 2025

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 7 oktober 2025 een wijzigingsregeling ter internetconsultatie aangeboden die de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector) op enkele punten beoogt te wijzigen. Het voorstel geeft inzage in de beoogde indexering van de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp voor het jaar 2026. Daarnaast stelt de Minister voor de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector op twee punten inhoudelijk te wijzigen:

  1. De grenswaarden van het omzetcriterium worden aangepast. Dit criterium wordt gebruikt om te bepalen onder welke klasse (met bijbehorend bezoldigingsmaximum) een zorginstelling valt.
  2. Er worden procedureregels voor uitzonderingsverzoeken onder de klassenindeling geïntroduceerd. Onderdeel daarvan is dat uitzonderingen alleen tijdelijk worden verleend en periodiek moeten worden heroverwogen.

De voorgestelde inwerkingstredingsdatum is 1 januari 2026.

Aanpassing omzetcriterium

Zorginstellingen worden ingedeeld in vijf bezoldigingsklassen op basis van de karakteristieken van een rechtspersoon of instelling (of een groep van rechtspersonen of instellingen) waaraan de topfunctionaris leidinggeeft. Het uitgangspunt is dat voor grotere, complexere zorginstellingen een zwaarder functieprofiel vereist is dan voor kleinere, eenvoudige rechtspersonen of instellingen.

Daartoe kent de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector een puntentelling aan de hand van complexiteit en omzet, waarbij het totaal aantal punten bepaalt welk bezoldigingsmaximum op de zorginstelling van Daartoe kent de sectorale WNT-regeling voor de zorgsector een puntentelling aan de hand van complexiteit en omzet, waarbij het totaal aantal punten bepaalt welk bezoldigingsmaximum op de zorginstelling van toepassing is. De schaal voor het omzetcriterium is sinds 2016 ongewijzigd gebleven. Volgens de toelichting bij de wijzigingsregeling passen door geldontwaarding de grenswaarden niet meer bij de oorspronkelijke intentie, waardoor instellingen onbedoeld in een hogere bezoldigingsklasse terecht kunnen komen. De Minister stelt daarom voor de grenswaarden per 1 januari 2026 te corrigeren voor de jaren 2016 tot en met 2024 met een cumulatief CPI-cijfer van 29,89%. Nadien is de bedoeling dat de grenswaarden iedere drie jaar worden geïndexeerd. De omzetgrenzen wijzigen als volgt:

Omzet in euro’s – regeling 2016 – 2024 Omzet in euro’s – regeling 2026 Punten
Minder dan 10 miljoen Minder dan 13 miljoen 1
10 – 50 miljoen 13 – 65 miljoen 2
50 – 150 miljoen 65 – 195 miljoen 3
150 tot 200 miljoen 195 – 390 miljoen 4
300 miljoen of meer 390 miljoen of meer 5

Door deze indexatie kunnen zorginstellingen in een lagere omzetcategorie terechtkomen. Afhankelijk van de verdere puntentelling kan dat leiden tot een lagere klassenindeling met een lager bijbehorend bezoldigingsmaximum. In dat geval is het algemene overgangsrecht van de WNT van toepassing. Dat betekent dat als de wijziging tot een situatie leidt waarin de huidige bezoldigingsafspraken (gebaseerd op de hogere klassenindeling) het nieuwe bezoldigingsmaximum (gebaseerd op de lagere klassenindeling) overschrijden, de bezoldigingsafspraken in beginsel gedurende een termijn van vier jaar worden gerespecteerd (behoudfase). Daarna moet de bezoldiging in drie jaar worden teruggebracht tot het voor de topfunctionaris geldende bezoldigingsmaximum (afbouwfase). Er kan slechts één keer overgangsrecht worden toegepast op een bestaande bezoldigingsafspraak.

Nieuwe procedureregels voor uitzonderingsverzoeken

Op basis van de WNT en de huidige sectorale WNT-regeling voor de zorgsector kunnen zorginstellingen een uitzonderingsverzoek indienen bij de Minister om in een andere klasse te worden ingedeeld. Ook kan een individueel uitzonderingsverzoek voor een topfunctionaris worden gedaan. Met de beoogde wijziging introduceert de Minister procedureregels en een tijdelijkheid voor uitzonderingen op de bezoldigingsmaxima voor zowel instellingen als individuele topfunctionarissen:

  1. Verzoeken moeten uiterlijk 16 weken voorafgaand aan de beoogde ingangsdatum worden ingediend
  2. Het verzoek moet deugdelijk gemotiveerd zijn met een verklaring van het hoogste toezichthoudende orgaan (ook al in de huidige regeling)
  3. Een onderbouwing van de benodigde duur van de afwijking is verplicht
  4. Afwijkingen worden tijdelijk verleend en moeten periodiek worden heroverwogen

De werkbaarheid van de voorgestelde 16-wekentermijn is twijfelachtig. Bij uitzonderingsverzoeken voor individuele topfunctionarissen blijkt de noodzaak daarvan vaak gedurende een lopend wervingsproces. Het is voor zorginstellingen veelal niet wenselijk als topfunctionarissen met het oog op alleen deze termijn hun aantredingsdatum (laten) uitstellen. Bovendien blijkt uit de praktijk dat de besluitvorming over uitzonderingsverzoeken geruime tijd in beslag neemt, waardoor er in de regel sowieso een tijdelijke periode ontstaat waarin een topfunctionaris onder het voorbehoud van de beslissing op het uitzonderingsverzoek al aan de slag gaat.

Het introduceren van een beperkte duur van de te maken uitzondering sluit aan bij de bedoeling van de wetgever dat afwijkingen van de klassenindeling terughoudend moeten worden toegepast. Het voorkomt dat uitzonderingen automatisch doorlopen terwijl de omstandigheden of complexiteit van de organisatie inmiddels zijn gewijzigd. In zoverre leidt het tot een terughoudendere toepassing. Aan de andere kant kan de tijdelijkheid juist ook teweegbrengen dat de Minister op basis van tijdelijke omstandigheden eerder tot een toekenning van een uitzondering kan overgaan dan onder het huidige regime, omdat de werkingsduur daarvan beperkt is. Dit creëert mogelijk ruimte voor uitzonderingen in specifieke situaties met een afgebakende duur, zoals complexe projecten of fusietrajecten.

Indexering bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp

De internetconsultatie geeft verder alvast inzage in de voorgenomen indexering van de sectorale bezoldigingsnormen voor zorg- en jeugdhulpinstellingen. Het voornemen is deze per 1 januari 2026 te verhogen met 6,3%. Voor 2026 gelden dan de volgende bezoldigingsmaxima:

  • Klasse I: € 147.000,
  • Klasse II: € 178.000,
  • Klasse III: € 214.000,
  • Klasse IV: € 241.000, en
  • Klasse V: € 262.000 (algemeen bezoldigingsmaximum)

Wilt u meer weten over de WNT of heeft deze voorgenomen wijziging potentieel invloed op uw zorginstelling en heeft u daar vragen over? Neem dan contact op met Willemien Bischot of Lieke Bartelsman en lees meer over de bezoldigingsmaxima voor 2026 op de volgende pagina Bezoldigingsmaxima WNT 2026 bekend – Van Doorne.

Terug
Minister stelt wijziging sectorale WNT-regeling zorgsector voor met mogelijke impact op klassenindeling