1 min read
Het Trustregister
18 August 2022

Op 28 december 2021 schreven wij over het wetsvoorstel tot invoering van het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies (het Trustregister). In die bijdrage beschreven wij onder meer reeds het doel, de reikwijdte en de gevolgen van het Trustregister. Inmiddels is het definitieve Implementatiebesluitregistratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (het “Implementatiebesluit”) gepubliceerd in het Staatsblad waarin enkele onderwerpen nader zijn uitgewerkt en een aantal aanpassingen in zijn verwerkt.

Zoals eerder beschreven komt er een UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies. Onder meer fondsen voor gemene rekening (FGRen) vallen onder ”soortgelijke juridische constructies”. Een trust is een Angelsaksisch figuur dat niet bestaat onder Nederlands recht. Toch wordt de trust wel erkend en is onderhevig aan het Trustregister. Voor de FGR’en is van belang om te benoemen dat het Trustregister voor bepaalde FGRen geen of nauwelijks van toepassing is en voor andere FGRen juist wel. Een FGR is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen (i) een beheerder, (ii) een bewaarentiteit, bijvoorbeeld een stichting en (iii) de deelnemers. De deelnemers brengen vermogen bijeen dat voor gezamenlijke rekening wordt aangewend en geïnvesteerd. Er zijn grote FGRen in de vorm van (grote) beleggingsfondsen, maar er bestaan ook kleine(re) FGRen die bijvoorbeeld door vermogende families worden gebruikt.

Wijzigingen Implementatiebesluit

Op 2 mei 2022 is het definitieve Implementatiebesluit gepubliceerd. Hierin zijn een aantal onderwerpen gewijzigd ten opzichte van het eerdergenoemde wetsvoorstel uit december 2021.

Vrijstelling

In de vorige bijdrage schreven wij over de 3%-grens voor een begunstigde (i.e. een deelnemer). Deze regeling bepaalde dat indien een begunstigde een economisch belang had van ten minste 3%, de begunstigde een UBO was. Na kritiek in onder andere de internetconsultatie, is de 3% grens geschrapt. In plaats daarvan is er een algemene vrijstelling voor FGRen die:

(i)            worden aangeboden aan meer dan 150 personen (let op: het gaat hier om aanbod, niet om het aantal daadwerkelijke deelnemers); en
(ii)           worden beheerd door een vergunning houdende AIFMD of UCITS-beheerder, welke beheerder onder toezicht staat van de AFM en DNB.

Als een FGR aan deze voorwaarden voldoet, kan bij registratie van de begunstigden worden volstaan met een omschrijving van de groep in wier belang de FGR hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is. De groep kan bijvoorbeeld als ”deelnemers beleggingsfonds” worden geregistreerd. Deze vrijstelling wordt opgenomen in art. 3 lid 5 Uitvoeringsbesluit Wwft 2018.

Registratieplicht en economisch belang

Is er dus aangeboden aan minder dan 150 deelnemers, dan moeten alle deelnemers worden geregistreerd. Beheerders binnen het AIFMD registratieregime (dus niet het vergunningsregime) vallen niet onder bovenstaande vrijstelling en moeten dus alle begunstigden registreren en de registraties up to date houden.

Ook trusts en andere soortgelijke juridische constructies (anders dan een FGR) kunnen geen beroep doen op bovenstaande vrijstelling  en zullen dus natuurlijke personen als UBO(‘s) moeten inschrijven. Dat UBO’s altijd natuurlijke personen zijn, wordt nogmaals benadrukt in het Implementatiebesluit. In dat verband wordt artikel 3 lid 7 van het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 aangepast, om duidelijk te maken hoe de UBO dient te worden vastgesteld indien een juridische entiteit is aangewezen als een uiteindelijk belanghebbende van een trust of een soortgelijke constructie. In dat geval zijn artikel 3 lid 1, onderdelen a tot en met d, lid 2 tot en met lid 4 en lid 6 van het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 van overeenkomstige toepassing.

De UBO’s van de beheerder en bewaarentiteit moeten nog separaat worden geregistreerd. Dit gebeurt op basis van de ”normale” UBO-registraties voor rechtspersonen.

Voor het Trustregister zijn vier klassen voor het economisch belang te onderscheiden:

(i)         0-25%;
(ii)        26-50%;
(iii)        51-75%;
(iv)       76-100%.

Door het loslaten van de 3%-grens is de categorie 3-25% dus veranderd in 0-25%.

Conclusie

Zoals hierboven beschreven zijn er dus een aantal wijzigingen ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel. Voor trusts, FGRen en andere vergelijkbare constructies zal deze wet grote gevolgen hebben. Met name de administratieve last voor partijen die geen beroep kunnen doen op de vrijstelling zal sterk toenemen. Ook moet de UBO-registratie up to date blijven. De registratieplichtigen zullen hun systemen dus zo moeten inrichten dat de UBO registratie geactualiseerd wordt zodra relevante wijzigingen optreden.

Inwerkingtreding

Er is op dit moment nog geen datum vastgesteld waarop het besluit in werking zal treden. De toelichting bij het besluit vermeldt dat de inwerkingtreding afhankelijk is van de technische realisatie van het Trustregister. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.