De arbeidsplaats is een veelbesproken onderwerp. Om een aantal voorbeelden te noemen. Disney verplichtte recentelijk al haar personeel om weer naar kantoor te komen en Twitter liet weten dat werknemers minimaal 40 uur per week op kantoor moeten zijn. De Eerste Kamer is vergevorderd met het wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’. Het wetsvoorstel geeft geen absoluut recht op thuiswerken, maar waarop dan wel?
Huidige situatie en de Wet werken waar je wilt
In de huidige wet wordt de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot wijziging van de arbeidsplaats niet hetzelfde behandeld als een verzoek tot wijziging van de arbeidsduur en arbeidsomvang. Dat betekent dat het momenteel voor werkgevers vrij gemakkelijk is om een verzoek van werknemers om thuis te werken te weigeren.
Het wetsvoorstel geeft werknemers mogelijkheid om een verzoek te doen om aanpassing van de arbeidsplaats binnen de EU, bijvoorbeeld de thuiswerkplek. De kern van het wetsvoorstel is dat het verzoek op dezelfde manier moet worden beoordeeld als een verzoek om werktijd of arbeidsduur te wijzigen. De werkgever zal dan een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats moeten inwilligen, tenzij belangen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid daarvoor moeten wijken. Bijvoorbeeld indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.
De praktijk heeft bij de wijziging van werktijden en arbeidsduur laten zien dat niet snel sprake is van een zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang. Kosten, organisatorische problemen, problemen van rooster technische aard of precedentwerking zijn in beginsel niet te kwalificeren als een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Het gaat daarbij telkens om een belangenafweging tussen het belang van de werknemer en het belang van de werkgever en diens onderneming.
In het wetsvoorstel is genoemd dat de belangen van de werkgever bij wijziging van de arbeidsplaats onder meer kunnen zijn gelegen in de sociale cohesie binnen een team, afdeling of onderneming, de samenwerking binnen teams en zware financiële of administratieve lasten. Het beperken van ”heel veel reistijd”, toenemende productiviteit en bevorderen van mentale gezondheid worden genoemd als mogelijke belangen van de werknemer.
Praktische gevolgen
De werknemer kan na 26 weken dienstverband een gemotiveerd verzoek indienen tot wijziging van arbeidsplaats. Het verzoek dient tenminste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum te worden ingediend. Dit brengt verplichtingen voor de werkgever. De werkgever moet in gesprek met de werknemer een belangenafweging maken en uiterlijk een maand voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk en gemotiveerd beslissen. Een werknemer heeft daarmee geen rechtsgrond om een verzoek te doen om de arbeidsplaats te wijzigen, maar wordt niet of te laat besloten op het verzoek dan wordt het automatisch toegewezen.
De Eerste Kamer heeft op 24 januari 2023 een ander voorlopig verslag uitgebracht en wacht op de nadere memorie van toelichting van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel. Het zal daarom zomaar snel kunnen gaan met de goedkeuring. Meer weten? Neem dan contact op met onze collega’s bij Arbeid & Pensioen