Op 1 mei aanstaande treedt de Wet Technische Eenmaking Rv in werking (Stb. 2023/41 en Stb. 2023/97). De wet voorziet erin dat er weer één versie van Rv komt en niet langer een versie voor digitaal procederen bij de Hoge Raad en niet-digitaal procederen bij de overige gerechten. Inhoudelijk bevat deze wet geen wijzigingen.
De bepalingen over het verplicht digitaal procederen bij de Hoge Raad worden ondergebracht in de titel over cassatie van de versie van Rv die geldt voor alle gerechten.
Voor andere procedures dan cassatie wordt Rv als volgt gewijzigd:
- De artikelen 30p en 30r worden vernummerd tot de artikelen 29a respectievelijk 32a;
- In artikel 63 lid 1 wordt ‘waarbij hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld’ vervangen door ‘waarbij hoger beroep wordt ingesteld of waarbij een oproepingsbericht in cassatie wordt betekend’;
- In artikel 339 lid 1 wordt ‘artikel 30p’ vervangen door ‘artikel 29a’;
- In artikel 1019ib lid 3 onder b wordt ‘artikel 30n, zevende lid’ vervangen door ‘artikel 90, zevende lid’;
- In artikel 1064a lid 1 wordt ‘artikel 30r’ vervangen door ‘artikel 32a’.
Voor de fijnproevers: in het opschrift van de Derde afdeling van de eerste titel van het eerste Boek wordt ‘beginselen’ vervangen door ‘voorschriften’. Verder vervalt het opschrift van de afdeling Derde A van de eerste titel van het eerste Boek.
Vanzelfsprekend leiden de aanpassingen ook tot een paar niet-inhoudelijke wijzigingen in andere wetten zoals het BW en de Wgbz (zie daarvoor dit stuk uit Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden)