1 min read
Wet Maximering Huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten
29 April 2021

Vorig jaar heeft Tweede Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) een initiatiefwetsvoorstel ingediend om huurders in de geliberaliseerde sector te beschermen. Dit wetsvoorstel, het Wetsvoorstel Maximering Huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, is op 23 maart jongstleden door de Eerste Kamer aangenomen.

Geliberaliseerde huurovereenkomsten zijn huurovereenkomsten met een huurprijs die bij aanvang hoger is dan de op dat moment geldende liberalisatiegrens. Deze grens bedraagt per 1 januari 2021 €752,33. De huidige wetgeving bevat voor dit soort huurovereenkomsten geen limiet op de jaarlijkse huurverhogingen, waardoor de verhuurder in beginsel vrij is om de huur ieder jaar te verhogen, uiteraard mits de huurovereenkomst in een huurprijsverhogingsbeding voorziet. 

Een voorbeeld van een dergelijk beding is artikel 5.2 van het veelgebruikte model Huurovereenkomst Woonruimte (2017) van de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ): 

Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs voor woonruimte betreft, is het onder 5.1  gestelde niet van toepassing. In dat geval wordt de huurprijs voor het eerst per ……………….. en vervolgens jaarlijks aangepast overeenkomstig het gestelde in artikel 16 van de algemene bepalingen. Bovenop en gelijktijdig met de jaarlijkse aanpassing overeenkomstig artikel 16 van de algemene bepalingen, heeft de verhuurder het recht om de huurprijs te verhogen met maximaal ….%. 

Artikel 16 van de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte, waar in voormeld artikel naar wordt verwezen, bepaalt kortgezegd dat de huurprijs jaarlijks wordt aangepast aan het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), oftewel het niveau van de inflatie. De verhuurder onder deze huurovereenkomst  kan de huurprijs dus ieder jaar verhogen aan de hand van het inflatiepercentage, en is daarnaast vrij om een vooraf vastgesteld verhogingspercentage op te nemen. Deze combinatie kan – vooral op de lange termijn – tot forse huurverhogingen leiden. 

In het aangenomen wetsvoorstel is het bij aanvang van de huurovereenkomst vast te stellen verhogingspercentage aan banden gelegd. Het wetsvoorstel bepaalt namelijk dat geliberaliseerde huurovereenkomsten gedurende de drie jaren vanaf inwerkingtreding van de wet per jaar slechts verhoogd mogen worden met het niveau van de inflatie plus 1%. Stel dat de inflatie in 2022 1,5% bedraagt, dan is de maximaal toegestane huurverhoging voor dat jaar derhalve 2,5%. 

De wet zal zowel voor bestaande als voor nieuwe huurovereenkomsten in de geliberaliseerde sector gelden. Een beding dat uitgaat van een hoger jaarlijks verhogingspercentage is nietig voor wat betreft het gedeelte boven de 1%. 

Naast de maximering van het jaarlijks verhogingspercentage bepaalt de wet dat nu ook huurders in de geliberaliseerde sector bij geschillen over huurverhogingen bij de Huurcommissie terecht kunnen. Dit gold voorheen slechts voor huurders in de sociale sector. 

De voorgenomen inwerkingtredingsdatum van de wet dient nog bij koninklijk besluit te worden vastgelegd. 

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van dit wetsvoorstel of andere huurrechtelijke kwesties, dan kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met onze huurrechtsspecialisten.