One down, two to go? Nederlandse belastingdeal met Starbucks vormt geen staatssteun
Gisteren verklaarde het EU-Gerecht het besluit van de Europese Commissie betreffende de beweerdelijke steunmaatregel die Nederland ten gunste van Starbucks ten uitvoer zou hebben gelegd, nietig.
Ter achtergrond: Op 11 juni 2014 heeft de Commissie een formeel onderzoek geopend naar de door de Nederlandse belastingdienst afgegeven tax ruling aan koffieketen Starbucks. De Commissie had ernstige twijfels omtrent de verenigbaarheid van wat werd overeengekomen in deze ruling met de Europese staatssteunregels.
Volgens de Commissie zou een belastingheffingsgrondslag zijn overeengekomen waarvan de berekening niet is gebaseerd op een normale marktconforme vergoeding voor intra-groepsverrichtingen, zoals het zogenoemde arm’s length-beginsel voorschrijft. Op basis van een analyse maakte de Commissie zich zorgen dat hierdoor de belastbare winst zou kunnen worden onderschat, zodat Starbucks een voordeel verleend krijgt doordat zij minder belasting in Nederland moet betalen.
Dit formele onderzoek mondde uit in het gewraakte besluit van 21 oktober 2015. Daarin stelde de Commissie vast dat Nederland in strijd met artikel 108, lid 3, van het EU-verdrag door het sluiten van de met Starbucks gesloten Advance Pricing Agreement onrechtmatig staatssteun zou hebben verleend aan Starbucks, die Nederland moet terugvorderen.
Gisteren verklaarde het Gerecht dit besluit nietig. Daartoe overweegt het, kort gezegd, dat de Commissie er niet in geslaagd is te bewijzen dat er sprake was van een economisch voordeel in de zin van artikel 107 VWEU.
De uitkomst van dit arrest is vanuit het oogpunt van tax planning van belang. Zij zegt namelijk iets over de beleidsmarge die de Commissie de belastingdienst moet laten wanneer zij in concrete situaties invulling geeft aan de beginselen voor transfer pricing, zoals neergelegd in de Nederlandse belastingwetgeving en de OESO-regels. Daarnaast heeft de (hernieuwde) Eurocommissaris Margrethe Vestager een gevoelige tik op de neus gekregen.
Hoewel de Commissie nog in beroep kan gaan vormt de onderhavige uitspraak een hoopvol bericht voor Ikea en Nike. Ook deals die zij met de fiscus sloten zijn op dit moment voorwerp van onderzoek door de Commissie.