2 min read

De Euronext-uitspraak Hof Amsterdam: Pensioenrecht, algemeen verbintenissenrecht en gelijke behandeling

24 October 2019

Partner Albert van Marwijk Kooy bespreekt in Ondernemingsrecht 2019/139 de recente Euronext-uitspraak van het Hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2019:1452). Een interessant arrest dat kritisch is ontvangen. Het gehele artikel is te downloaden via onderstaande link.

Vijf gepensioneerden en gewezen deelnemers (uit dienst, maar nog niet met pensioen) van Euronext Amsterdam en enkele gerelateerde werkgevers (Euronext) komen samen met de Vereniging van Pensioengerechtigden Euronext Amsterdam (VPE) op tegen het verdwijnen van iedere kans op indexatie van hun pensioenrechten en -aanspraken met ingang van 2014. Daartoe stellen zij meerdere vorderingen in. Zij lijken voorshands, net als in eerste aanleg, aan het langste eind te trekken. Cassatie werd niet ingesteld. Daarbij is mogelijk van belang dat het een tussenarrest betreft.

Het is goed te volgen dat het Hof VPE c.s. niet op voorhand met volledig lege handen naar huis stuurt. Het ligt in de rede dat in het vervolg van de zaak een helder onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de nakoming van het destijds realiter bestaande indexatieperspectief en wat daarvoor nodig is en anderzijds de nakoming van financieringselementen van de uitvoeringsovereenkomst na 1 januari 2014. De vraag is echter of zonder meer navolging verdienen de in vrij algemene termen geformuleerde overwegingen van het Hof omtrent de figuur van het derdenbeding, doorwerking van de uitvoeringsovereenkomst in de pensioenovereenkomst meer in het algemeen, de samenhang tussen wijzigbaarheid van een pensioenregeling en het daaruit logischerwijs ontstaan van groepen die verschillend behandeld worden, de aanvullende werking op de pensioenovereenkomst van art. 7:611 BW, de strekking van art. 58 PW en de omvang van de onderbrengingsplicht van art. 23 PW.

We zijn, zoals niemand ontgaan zal zijn, op weg naar een nieuw pensioenstelsel, mogelijk al per 2022. Het zou goed zijn als het denken over de onderliggende rechtsfiguren die centraal staan in dit arrest vóór het vaststellen van de desbetreffende wetgeving zo een beetje uitgekristalliseerd is.