1 min read
De Energietransitie moet in moordend tempo
14 December 2022

Focus op wat kan, maak duidelijke keuzes en versnel zo de energietransitie. Daarvoor is een brede coalitie nodig waarin overheid, industrie en maatschappij samen optrekken. Dat is het dringende advies van Adam Middleton van Siemens Energy en Baukje Dreimüller van Renewi. ‘We moeten praktisch zijn. Tijd voor pilots is er niet meer en we kunnen niet in alle oplossingen investeren.’

De onheilspellende en onomkeerbare gevolgen van klimaatverandering laten ons geen keuze: we moeten vandaag nog drastische maatregelen nemen om verdere opwarming van de aarde te stoppen. De energietransitie naar een fossielvrije samenleving is zo omvangrijk, complex en vooral zo urgent dat er stevige keuzes nodig zijn om bestaande technologieën op te schalen. Er is geen tijd meer voor pilots en onderzoeksprojecten. De klok tikt. Om de transitie te versnellen moeten overheid, industrie en maatschappij intensiever en efficiënter samenwerken, vinden Adam Middleton, vicepresident West-Europa van Siemens Energy en Baukje Dreimüller, general counsel van Renewi. Beide bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de energietransitie. Siemens Energy is onder meer betrokken bij de bouw van windparken en ontwikkeling van waterstoffabrieken.
Recyclingorganisatie Renewi zet met steeds betere verwerkingstechnieken in op de productie van hoogwaardige secundaire grondstoffen ter ondersteuning van de transitie naar een circulaire economie.

In een gesprek met Hugo Reumkens, advocaat en partner bij advocatenkantoor Van Doorne, delen beiden hun inzichten. Als vertegenwoordigers van de industrie vertellen Middleton en Dreimüller wat nodig is om de energietransitie te versnellen en welke vorm van samenwerking het meest oplevert. Gespreksleider Reumkens legt ze daarbij de aanbevelingen voor die eerder zijn geformuleerd door De Raad (zie: ‘De energietransitie slaagt alleen als we extreem goed samenwerken’, Mgmt. Scope 10 2022). Dit panel van topexperts bestond uit Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, Annemieke Roobeek, hoogleraar strategie en transformatiemanagement aan Nyenrode Business Universiteit, en Johan Wempe, hoogleraar bedrijfsethiek aan de VU in Amsterdam. 

Een belangrijk advies van De Raad is: betrek de maatschappij bij de energietransitie. Die kan alleen slagen als je ook burgers een rol geeft. Is daar binnen de bestuurskamer aandacht voor?

Dreimüller: ‘De impact van onze dienstverlening op de samenleving is zeker een belangrijk onderwerp voor Renewi. Een paar jaar geleden gingen we een samenwerking aan met PreZero, een van onze concurrenten, onder de naam Green Collective. Het doel was om gezamenlijk de transportbeweging in de binnenstad te minimaliseren en zo gezamenlijk slechts één keer per dag al het bedrijfsafval in te zamelen in het drukke stadscentrum. Voorheen reden we elk met onze eigen wagens door de binnenstad. Deze samenwerking heeft voordelen voor de horeca- en retailondernemers van wie we het afval inzamelen, maar ook voor de bewoners: dat er minder zwaar verkeer is, komt ook de verkeersveiligheid en de luchtkwaliteit ten goede. Dat is maatschappelijke winst. Maar toen we onze klanten vroegen of ze bereid waren meer te betalen als we onze trucks zouden elektrificeren, was daarvoor nog geen animo. Het is jammer dat consumenten en ondernemers wel willen verduurzamen, maar er nog niet voor willen of kunnen betalen.
Middleton: ‘Voor de energietransitie is het van groot belang iedereen aan boord te hebben en te houden. Burgers moeten zeker bij de energietransitie betrokken worden. Alleen moeten overheid en bedrijven elkaar wel vinden om grotere stappen te maken. De tijd dringt om onze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken. We moeten bestaande technologieën nu gaan opschalen, er is geen tijd meer voor kleinschalige experimenten. We moeten met het oog op onze doelstellingen voor 2030 vandaag nog stappen gaan zetten richting het bouwen van groene waterstoffabrieken met een megawatt-capaciteit van 200-500, en een elektrolysecapaciteit van 1 gigawatt. De belangrijkste bouwblokken zijn er: we zijn windparken op zee aan het bouwen om groene stroom op te wekken, de technologie is beschikbaar, netbeheerder TenneT is bezig met de juiste elektriciteitsnetaansluitingen. Als we starten met groene waterstofproductie op industriële schaal, en de waterstofproductie uit aardgas vervangen, kunnen we de CO2-uitstoot substantieel terugbrengen.’

De Raad wees erop dat de energietransitie nu vooral een zaak is van overheid en bedrijven. Burgers zitten vaak niet te wachten op windparken. Er bestaat een gevaar dat de overheid over de burger ‘heen walst’, omdat die buitenspel staat.

Middleton: ‘Dat is een goed punt. Ik vind ook dat de overheid lokale initiatieven stevig moet steunen. Maar eerlijk is eerlijk, we moeten het hebben van verduurzaming op industriële schaal. We moeten grootschalig elektrificeren en decarboniseren om het gebruik van fossiele grondstoffen terug te brengen. Op dit moment worstelen veel overheden met hoe ze dit het best kunnen aanpakken. Maar er speelt een ander urgent vraagstuk rond energiezekerheid dat op korte termijn hun aandacht vraagt. Er wordt fors geïnvesteerd in de import van liquefied natural gas, LNG, omdat overheden hun burgers warm willen houden deze winter.’
Dreimüller: ‘Ik denk dat er in de maatschappij verschillend wordt gedacht over de energietransitie. Naast de weerstand tegen windmolens in de eigen leefomgeving, is er juist ook een grote groep die vindt dat de overheid en bedrijven te weinig doen en de energietransitie niet snel genoeg gaat.’
Middleton: ‘Er is een jongere generatie die de urgentie van de energieomwenteling beter begrijpt dan dat wij dat doen. Twintigers staan te popelen om de handen uit de mouwen te steken om de verduurzaming binnen de samenleving te versnellen.’

Welke rol zou de overheid moeten spelen?

Dreimüller: ‘De overheid moet zorgen voor een gelijk speelveld. Renewi investeert bijvoorbeeld in het elektrificeren van het wagenpark om uiteindelijk een net zero CO2-uitstoot te realiseren. Dat gebeurt geleidelijk, omdat onze dienstverlening concurrerend moet blijven. Als onze concurrenten niet of minder snel elektrificeren, staan we op achterstand omdat wij hogere kosten maken voor onze dienstverlening. Als de overheid dergelijke vraagstukken beter reguleert, zouden we sneller kunnen transformeren. Daarnaast vind ik dat de overheid ambitieuzer en met meer handhaving op wet- en regelgeving mag inzetten op de circulaire economie. Als we meer recyclen, verlaagt dat onze CO2-uitstoot en kan dat een belangrijke bijdrage leveren aan net zero plannen.’
Middleton: ‘We staan aan het begin van de energietransitie. Er is nu nog een belangrijk gat tussen de kosten van groene waterstof en waterstofproductie uit fossiele brandstoffen. Het is de overheid die kan helpen dit gat te dichten om de systeemverandering te kunnen maken. In Frankrijk gebeurt dit ook. De regering heeft toegezegd fors te investeren in het realiseren van duurzame energie.’
Dreimüller: ‘Ik vind het overigens positief dat de overheid stappen zet met duurzaamheidsrapportages. Europese richtlijnen die nu worden ontwikkeld in Brussel, zullen tot gevolg hebben dat grote ondernemingen moeten gaan rapporteren over hun CO2-uitstoot. Dat maakt dat ze kritischer gaan kijken naar hun uitstoot in de eigen productieketen, maar ook naar de uitstoot van bijvoorbeeld leveranciers. Uiteindelijk verwacht ik dat transparantie over CO2-uitstoot ook zal bijdragen aan een gelijker speelveld, omdat hiermee door de markt de ondergrens van acceptabele uitstoot kan worden bepaald.’

Op de energiemarkt is vanuit economisch perspectief veel winst te behalen op het gebied van lokale uitwis seling van energie. Zo zouden partijen nog beter kunnen samenwerken op het gebied van restwarmte. Dat laten we nu lopen.

Middleton: ‘We moeten praktisch zijn. We kunnen niet in alle oplossingen investeren, we moeten keuzes maken in de bestaande technologieën en infrastructuur die voorhanden is. Voor de allesomvattende transformatie zijn verschillende transities naast elkaar nodig. Er is geen silver bullet-oplossing. We zullen moeten innoveren volgens learning by doing – zowel op lokaal als nationaal niveau.’

Volgens De Raad zouden we kritisch naar de grootste CO2-uitstoters moeten kijken. Willen we dergelijke industrieën nog wel, ook met het besef dat er erg veel nodig is om ze van hernieuwbare energie te voorzien waarmee zij moeten vergroenen?

Middleton: ‘Deze discussie is ingewikkeld. Er zijn verschillende grote uitstoters van kooldioxide die onlangs hun strategie aanzienlijk hebben gewijzigd en nu de ambitie hebben om hun productie te vergroenen. Dat is ook mogelijk omdat Nederland schone energiebronnen binnen handbereik heeft. De Noordzee heeft de potentie het powerhouse van duurzame energie te worden, vanwege de windomstandigheden en relatief ondiepe zee. We kunnen bovendien bestaande infrastructuur, zoals pijpleidingen en platforms, opnieuw gebruiken voor productie en transport van groene energie. Daar komt bij: het is niet wenselijk dat we voor kritieke grondstoffen afhankelijk zijn van staten die ons minder goed gezind zijn. Dus of we die industrieën nog wel willen, is een vraagstuk waarover de nationale en Europese politiek moeten beslissen.’

Innovatie en opschaling van nieuwe technologie gaan in deze crisistijd misschien wel sneller dan anders. Kan de overheid of de wetenschap dit stimuleren?

Dreimüller: ‘De huidige energiecrisis leidt absoluut tot meer innovatie. Onder druk komen innovaties nu eenmaal sneller van de grond en ontstaan er vaker creatieve ideeën. Tijdens de coronapandemie is Renewi een samenwerking gestart met Van Straten Medical/GreenCycl om onder andere medische maskers te recyclen. Ik denk niet dat innovatie per se vanuit de wetenschap hoeft te komen. Organisaties slaan de handen vooral ineen als zij een gezamenlijk doel nastreven en een gedeelde urgentie voelen. Zo hebben we sinds 2020 ook een strategische samenwerking met Shell en startup Nordsol. Renewi verwerkt organische reststromen, die we inzamelen bij retail en horeca, tot biogas. Een fabriek van Nordsol zet deze vervolgens om in bio-LNG. Shell biedt de duurzame brandstof aan voor langeafstandstransport. Achteraf constateer ik dat het opzetten van deze samenwerking veel tijd heeft gekost. Onder druk van de huidige energiecrisis zullen dit soort samenwerkingen sneller van de grond moeten kunnen komen. Mijn advies zou zijn om die urgentie daarom scherp in het vizier te houden. Dan gaan processen echt sneller.’
Middleton: ‘Natuurlijk hebben we innovatie nodig, maar we hebben niet per se nog meer nieuwe technologie nodig. Het gaat er nu vooral om welke bestaande technologieën we willen gaan opschalen. Welke keuzes maken we bij de bouw van waterstofinstallaties, windparken, aandrijf- en omvormtechnieken en infrastructuur? Het is verrassend om te ervaren dat zelfs tijdens de bouw van windparken volop productinnovatie plaatsvindt. Dat is prachtig, maar we moeten stoppen met deze relatief kleine innovaties. Het gaat nu om focus, industrialisatie, standaardisatie en productie in volume, we moeten keuzes maken en opschalen. Het liefst in een moordend tempo.’

Het is mogelijk dat de overheid kiest voor een bepaald type windturbine dat Siemens Energy niet maakt. Betekent dat dat jullie eruit liggen?

Middleton: ‘Op dit moment kampt de windenergie-industrie met forse problemen. De drie grote marktpartijen maken wezenlijke verliezen. Er moet iets veranderen, anders is er helemaal geen markt meer. Als we windenergie als impactvolle technologie bestempelen en de turbines in Europa willen produceren, moeten we opschalen. Dat betekent dat we de productie moeten vereenvoudigen, standaardiseren en industrialiseren. Siemens Energy blijft deze boodschap op nationaal en internationaal niveau uitdragen. Het is essentieel dat bedrijven samen met politiek en wetgever optrekken, uiteraard met inachtneming van de compliance-regels. Als we de productie van windturbines kunnen industrialiseren, kunnen we efficiënter, en dus duurzamer worden.’

Is het aan de overheid om innovatieve businessmodellen een duw in de goede richting te geven?

Dreimüller: ‘Als duurzame oplossingen geen kans krijgen omdat ze moeten concurreren met goedkopere, vervuilende productie, moet de overheid zeker ingrijpen. Bij Renewi worstelen we met het feit dat verbranding vaak nog goedkoper is dan het recyclen van dezelfde afvalstromen tot nieuwe grondstoffen. Je hebt de overheid nodig om de juiste standaard te bepalen. Nederland was lange tijd koploper op het gebied van recycling. Dat is niet meer zo. België heeft bijvoorbeeld strengere verplichtingen voor bedrijven om afval te scheiden en recyclen in de wetgeving laten vastleggen. Dat leidt tot zuiverdere en schonere stromen, en er kan beter worden gerecycled. Ik moedig de Nederlandse regering aan om dat voorbeeld te volgen.’

De energietransitie is enorm kostbaar. Volgens de experts kan de omschakeling naar een duurzame samenleving daarom niet zonder de steun van de financiële sector en loont het om de energieconsumptie te verminderen.

Middleton: ‘De energietransitie vereist aanzienlijke investeringen, absoluut. Maar wat ons nog vele malen meer gaat kosten, is een opwarming van de aarde met 3,2 graden in het jaar 2100. Volgens het laatste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change koersen we op een dergelijke temperatuurstijging af als we niet op tijd de transitie maken. Dat zal zeer ingrijpende gevolgen hebben. Natuurlijk zijn er nog slagen te maken met energiebesparing. Consumenten bespaarden de afgelopen tijd fors op hun energierekening toen de gasprijzen stegen, dat zal elk bedrijf nu ook doen. Toch is het verbazingwekkend om te zien hoeveel energie er nog ’s avonds onnodig gebruikt wordt in kantoorpanden.’
Dreimüller: ‘Binnen onze organisatie hebben we inderdaad maatregelen genomen om de eigen energieconsumptie te reduceren of compenseren. Denk daarbij aan de installatie en ingebruikname van zonnepanelen en windmolens, maar ook aan kantoren die eerder dichtgaan en het een tikkie lager zetten van de verwarming.’

De laatste aanbeveling van de Raad is dat bedrijven op het gebied van samenwerking zowel klein als groot moeten denken, maar vooral creatief moeten zijn. Wat is uw advies?

Dreimüller: ‘Ik denk dat het belangrijk is om focus te houden: laat je niet afleiden. In onze industrie zijn er zoveel goede duurzame initiatieven op het gebied van recycling, maar we kunnen deze niet allemaal ondersteunen. We kiezen voor projecten waarvan we denken dat ze echt het verschil gaan maken.’
Middleton: ‘Elk bedrijf heeft een andere rol te spelen binnen de energietransitie. Denk goed na hoe jouw bedrijf van betekenis kan zijn. Bedenk ook dat medewerkers heel gemotiveerd zijn om een bijdrage te leveren aan de energietransitie. Sta als bestuur open voor goede ideeën; die verschillen misschien wel sterk van traditionele opvattingen van het management. Ik hoop daarnaast dat het aanbestedingsproces zal worden verbeterd. Als er acht consortia van bedrijven meedingen naar een project, vallen er uiteindelijk zeven af. Er wordt een hoop energie, geld en kennis verspild. Sowieso duurt het te lang om bijvoorbeeld een windpark te bouwen. We zijn eerst jaren aan het discussiëren, hebben vervolgens vijf jaar nodig voor vergunningen en ander papierwerk en dan duurt tenslotte de bouw nog enkele jaren. We moeten slagvaardiger te werk gaan en beter gebruikmaken van onze kennis en mensen. Als we daarin slagen, komen we dichter in de buurt van onze noodzakelijke doelstellingen.’